- Voormalig CEO Eric Schmidt van Google zegt dat de VS “ver voor ligt op China” wat betreft de ontwikkeling van artificial intelligence (AI).
- Schmidt noemt onder meer een tekort aan chips en minder Chinese taaldata om AI-modellen te trainen als oorzaken van China’s achterstand.
- Hij zegt ook dat China minder financiering vrijmaakt en te veel focust op het bouwen van succesvolle apps om te kunnen excelleren met artificial intelligence.
- Lees ook: Hoe AI de toekomst van moderne oorlogen raakt – simulatiespellen met computers, in plaats van mensen
Volgens voormalig CEO Eric Schmidt van Google ligt de VS “ver voor op China” als het gaat om artificial intelligence (AI).
“We liggen ruim twee of drie jaar voor op China, wat in de techwereld een eeuwigheid is”, geeft Schmidt aan in een interview met persbureau Bloomberg. “Ik denk dat we er vrij goed voor staan.”
Schmidt was CEO van Google van 2001 tot 2011 en bleef er president-commissaris tot 2015. Sinds zijn vertrek is Schmidt gaan investeren in Amerikaanse AI-bedrijven, waaronder startup Anthropic. Hij was ook drie jaar lang voorzitter van de National Security Commission on Artificial Intelligence in de VS.
Schmidt zegt dat de VS de duidelijke winnaar zullen zijn in de AI-race, zolang het land z’n voorsprong niet verspeelt. Aangezien China een flink aantal belangrijk industrieën domineert, is het volgens hem van belang dat de VS China op het gebied van kunstmatige intelligentie voorbijstreeft.
China keurde onlangs meer dan 40 AI-modellen goed voor openbaar gebruik, waaronder 14 nieuwe Language Models. Baidu, ook wel "China's Google'' genoemd, is een van de toonaangevende bedrijven op dit gebied.
Schmidt stelt dat er vier factoren zijn die ertoe hebben bijgedragen dat China nog altijd achterloopt in de AI-race.
1) Tekort aan chips door westerse restricties
Schmidt zegt dat China "worstelt met een groot tekort aan computerchips". In een interview met CNBC zei hij dat China een achterstand heeft opgelopen omdat westerse landen de toegang tot AI-chips beperken, zoals bijvoorbeeld de veel gevraagde chips van hardwarefabrikant Nvidia.
De chips zijn cruciaal om AI-toepassingen te kunnen opschalen. De spanningen tussen het Westen en China op het gebied van technologie hebben geleid tot vele restricties. Zo trok de Nederlandse overheid begin dit jaar de exportvergunning van ASML voor het leveren van geavanceerde chipmachines aan China in.
De regering van de Amerikaanse president Biden voerde afgelopen jaar nieuwe regelgeving in om het China moeilijker te maken AI-chips van Amerikaanse fabrikanten te importeren en overwoog vorige maand om sancties op te leggen aan verschillende Chinese halfgeleiderbedrijven die banden hebben met het Chinese telecombedrijf Huawei.
2) Er zijn minder Chinese data om AI-modellen mee te trainen
Schmidt zegt ook dat er niet genoeg Chinees materiaal beschikbaar is om grote taalmodellen mee te trainen.
Aangezien het Engels als taal dominant is op het internet, bieden Engelstalige data volgens Schmidt per saldo een grotere hoeveelheid nuttige informatie om AI-modellen te trainen.
3) China stopt minder geld in AI dan de VS
Schmidt zegt verder dat China te maken heeft met een enorme daling van buitenlandse investeringen en een kleinere toestroom van durfkapitaal. Westerse bedrijven staken minder geld in China in de nasleep van de coronacrisis en vanwege de oplopende geopolitieke spanningen met de VS.
Ondertussen zijn investeringen in AI van grote Amerikaanse techbedrijven geëxplodeerd.
4) China focust op de verkeerde technologieën
De voormalige CEO van Google zegt tot slot dat China zich richt op het bouwen van app-bedrijven die uiteindelijk succesvol kunnen zijn. Maar ze zijn niet platformgericht, stelt hij.
"Drie of vier van de belangrijkste apps in de VS zijn van Chinese oorsprong, een voorbeeld is TikTok", zegt Schmidt. "Maar op dit moment heeft de VS nog altijd de leiding. Als we het goed doen, hebben we een kans om de wereld de komende 10 of 20 jaar te domineren."